July 9, 2024

Het binnenland van Sardinië

ontmoetingen op het eiland

By In Overland, Sardinië 5 min

Denk je bij Sardinië alleen aan zon, zee en strand, think again. Het binnenland is ruig met begroeide bergen & kale rotsen. De gastvrijheid en oude tradities van kaas en wijn maken sieren de inwoners van de vele dorpjes. Het eiland ligt ten westen van Italië en is ongeveer even groot als Nederland. Het voelt wel groter aan door het ruige landschap en het lage aantal inwoners (1,6 mln.). Door de warme glimlach van de inwoners en de nieuwsgierige blikken voelen we ons welkom en willen we hier eigenlijk ook niet meer weg.

Il dolce far niente

Iconische oude mannetjes sieren de bankjes in de dorpen en de vrouwen lijken het dagelijkse leven te bestieren, in de moestuin, op de boerderij, of in de bar, overal zie ik hen hard aan het werk. Nu ik wat langer rond loop in het dorp Ulassai, zie ik ook de vrouwen op momenten hun rust pakken en de mannen af en toe aan het werk. Ik heb me vandaag netjes gekleed, lange broek en mooie blouse. Gewapend met mijn camera daal ik vanaf de camping voor de zoveelste keer af naar het dorp. De inwoners zijn hier altijd keurig gekleed en ik hoop zo een beetje in het straatbeeld op te gaan. Het geeft mijzelf gek genoeg meer vertrouwen om de mensen aan te spreken.

Ik zie de mannen zitten, maar durf nog niet te vragen of ik een foto mag maken. In mijn hoofd repeteer ik alvast ‘Posso farre una foto?’ Snel sla ik de hoek om door de oude stenen stadsmuur en zie een fel geel huis. Ik maak een foto en tegelijkertijd stapt er een vrouw naar buiten én verschijnt er een dame in kledendracht achter het raam. Lucky shot! De dame die naar buiten liep gebaart druk naar me en ik vermoed dat ze niet op de foto wil. Ik wis de foto snel. Stom! Nu ik dichterbij haar sta begrijp ik dat ze de foto graag wil zien en ze is trots op haar Sardinië. Zonde van de foto, maar een goede les en weer met meer vertrouwen op pad. Ze maakt nog snel een complimentje over mijn verschijning, maar ondertussen breekt het zweet me uit in die lange mouwen.

Ik ontmoet Jasper en Felix, die terugkomen van een pittig klimavontuur. We gaan naar de bar voor een ijsje en daar tref ik drie mannen aan die ik al minstens drie keer eerder heb begroet vandaag, buona Sera! Nu durf ik het wel te vragen! Zij gaan er eens goed voor zitten en ik maak met plezier een foto. Deze mannen moeten elkaar al hun hele leven kennen, maar hebben hun streken nog niet verloren.

Naast de fotogenieke inwoners is het dorp zelf ook een kleurrijk plaatje en vormen de omliggende rotsen een waar klimmersparadijs. In het dorp verblijven we op camping Theleme. De sfeer doet nog het meest denken aan een hostel en het is ongelooflijk fijn om daar te zijn. Overdag beklimmen we een berg (oké Jasper dan, ik ben moedig tot 3m gekomen), wandellen we, gaan we naar het dorp of liggen in de hangmat. ‘S avonds koken we (samen), delen we avonturen en iedere dag voelt voldaan. Het is zo’n plek waar we besloten één nacht te blijven, maar het werd zeker een week en we komen graag voor langer terug.

Koffie

Een manier om het dorpse leven wat beter te leren kennen is door er langer rond te lopen. Maar ook een bezoek aan de plaatselijke bar in de dorpjes waar we doorheen rijden of korter blijven geeft ons een kijkje in de keuken. We bestellen ‘due doppio‘ de vrouw achter de bar kijkt ons vragend aan en vraagt ‘due cappuccino?’ Ik hoor stoelen schuiven en het tafeltje naast de bar draait zich naar ons toe, hun ogen prikken in onze rug. No! Roepen we geschrokken in koor, want in Italië zijn de gevolgen groot als je cappuccino na 12 uur ‘s middags drinkt. 🙂 ‘Due Espresso’ proberen we opnieuw. ‘Ah caffè! Si, due caffè. In Italië gebruiken ze in elke regio weer een andere benaming voor een espresso. We krijgen bemoedigende knikjes en niet minder belangrijk een sterk bakkie! De koffie, of misschien beter de barcultuur is sterk vertegenwoordigd op het eiland. ‘S morgens un caffè staand aan de bar met een cornetto (croissant), brioche, pardula of andere zoete lekkernij erbij vormt het ontbijt voor veel Sarden.

De vogelaar

De laatste week van Sardinië sluiten we af met een rustig weekend in Cagliari, de hoofdstad in het zuidelijkste puntje van het eiland. Fijn om na een week van drukte (duiken en een taalcursus) bij te komen. De boot naar het vaste land vertrekt pas om middernacht dus we hebben alle tijd om de toerist uit te hangen. Vlak onder de stad zitten zoutmeren waarin een kolonie flamingo’s huist. Daar aangekomen met onze – naar eigen inzich toch wel indrukwekkende telelens – komt een Italiaanse man op leeftijd rustig aanlopen met een lens van wel 1,5meter over zijn schouder geworpen. Hij laat ons via zijn camera zien dat naast de flamingo’s er ook nog mini-mini jonge vogeltjes verstopt zijn. Als er kort daarna een knalgele vogel voorbijscheurt horen we mamamia! Ook deze vogelaar ziet de Tarabusino niet vaak.

Ondanks dat we al vaker naar Sardegna zijn geweest blijft het eiland ons verrassen. We zijn nu al benieuwd waarmee we de volgende keer verrast gaan worden.

Op de hoogte blijven?
Krijg éen keer per maand een email van ons.